CGS en CSV geven het goede voorbeeld: ‘Interprofessioneel samenwerken betekent vooral ermee beginnen’
- 22 december 2021
- Interview
- VS Register
Het College Geneeskundige Specialismen (CGS) en het College Specialismen Verpleegkunde (CSV) trekken samen op om interprofessioneel opleiden en werken te stimuleren. Op 10 november organiseerden de twee colleges een bijeenkomst om dat handen en voeten te geven. ‘Het staat in onze plannen, maar dan moeten we het zelf ook doen.’
tekst: Naomi van Esschoten
Ze zijn met uitsterven bedreigd: specialisten en profielartsen die volledig monodisciplinair werken. En dat is maar goed ook. ‘De complexiteit van de zorg neemt toe. Willen we samenhangende zorg rond de patiënt goed organiseren, dan vraagt dat om intensievere samenwerking tussen zorgprofessionals’, schetst Gita Gallé, voorzitter van het CSV en lid van de raad van bestuur van het Prinses Máxima Centrum. ‘Tussen artsen van verschillende clusters, maar ook tussen medisch specialisten binnen het ziekenhuis en tussen artsen en andere disciplines’, verduidelijkt Jan Dirk Beugelaar, voorzitter van het CGS en huisarts in Lelystad. ‘Multidisciplinair en interprofessioneel samenwerken wordt de standaard. Maar daarvoor moet je wel elkaar en elkaars werkveld kennen, en dat gaat niet vanzelf.’
EPA aan de bar
Voor het CGS en het CSV reden om op 10 november een bijeenkomst te organiseren met leden van de colleges en te kijken hoe en waar de nu nog veelal gescheiden werelden van geneeskundig en verpleegkundig specialisten nader tot elkaar kunnen komen. ‘Interprofessioneel opleiden en werken staat in onze plannen, maar dan moeten we het zelf ook doen’, vindt Beugelaar. Gallé: ‘De brainstorm heeft veel concrete suggesties opgeleverd. Zo opperde iemand een ‘bar-EPA’: in de opleiding aan de hand van een Entrustable professional activities (EPA) opnemen dat je kennis maakt met andere disciplines, binnen je eigen geneeskundige of verpleegkundige kolom én daarbuiten. Het gaat niet letterlijk om aan de bar te zitten, maar wel om elkaar vaker te treffen.’
Gezamenlijkheid faciliteren
Een ander bruikbaar idee is dat zittende specialisten elkaar vaker zien bij nascholingen. Dat stuit wel op een praktisch bezwaar: zoveel gezamenlijke nascholingen zijn er nog niet. ‘Daar ligt een taak voor de aanbieders, vindt Gallé. ‘Zowel vakspecifieke als vakoverstijgende nascholingen zou je breder kunnen insteken. Denk aan digitale bijeenkomsten met relevante informatie voor iedere beroepsbeoefenaar en fysieke terugkomdagen waarin je samen aan de slag gaat.’ Beugelaar: ‘Ook de colleges en de registratiecommissies moeten nadenken hoe ze vanuit hun rol de beweging naar interprofessioneel opleiden en werken kunnen faciliteren. Het is bijvoorbeeld belangrijk om accreditatie voor verschillende beroepsgroepen van elkaars nascholingen beter te regelen.’
Door elkaars beroepsidentiteit te kennen, kun je ook echt aanvullend zijn op elkaar.
In elkaars keuken kijken
De bijeenkomst heeft meer verbeterpunten voortgebracht. Gallé: ‘Zo is het idee geopperd om twee keer een middag in het jaar te accrediteren waarin zorgprofessionals met een ander meelopen. Je ziet allemaal dezelfde patiënt: door elkaars beroepsidentiteit te kennen en weten wat iemand doet, kun je aanvullend zijn op elkaar. De één kan iets doen dat de ander kan laten.’ Beugelaar: ‘Juist door toegenomen subspecialisatie en nieuwe beroepen in de zorg is het extra van belang om verbinding te houden rond de patiënt en dus te weten wat de ander doet. Daar is nog een wereld in te winnen. Zo kwam ik er pas tijdens de gezamenlijke bijeenkomst achter dat een gespecialiseerd verpleegkundige echt een ander beroep heeft dan de verpleegkundig specialist die voorbehouden handelingen mag indiceren en uitvoeren.’
Aan de slag
De beide colleges gaan nu – ook weer gezamenlijk – aan de slag met de aanbevelingen uit de bijeenkomst. Gita Gallé: ‘Ons voornaamste doel is dat multidisciplinair en interprofessioneel leren aandacht krijgt in de opleidingen, zodat het voor professionals in opleiding vanzelfsprekend wordt. Daarnaast kunnen we kijken naar de kaders voor herregistratie. Het liefst kiezen we voor het stimuleren van interprofessioneel leren en werken zonder harde eisen, maar door te enthousiasmeren, prikkelen en motiveren.’ Jan Dirk Beugelaar: ‘Natuurlijk kun je je afvragen of al dat multidisciplinaire samenwerken nut heeft. En inderdaad: we moeten niet doorschieten. Maar op dat punt zijn we nog lang niet. Begin gewoon, zou ik zeggen. Net als wij dat nu doen. De meerwaarde ervaar je pas als je het doet.’